Helm niet nodig voor correctie babyschedel – behandel de onderliggende oorzaak en voorkeurshouding
Voorkeurshouding
Sommige baby’s ontwikkelen na de bevalling of keizersnede een voorkeurshouding waarbij het hoofd dominant naar een zijde gedraaid blijft. Doordat het hoofd daarbij steeds op dezelfde plek rust, kan de schedel aan een achterzijde afvlakken en scheefgroeien. Dit wordt ook wel plagiocephalie genoemd. Het kan ook voorkomen dat baby’s niet zozeer een voorkeurshouding naar een zijde hebben, maar het hoofd achteroverhouden of overstrekken. Hierbij zal de schedel aan de achterzijde in het midden afplatten.
Beide situaties zien we met name optreden na langdurige bevallingen, hele snelle (stort)bevallingen of na gebruik van een vacuümpomp tijdens de geboorte.
Oorzaak behandelen
Naast de reguliere houdings- en bewegingsadviezen om de druk op de schedel af te wisselen en actieve bewegingen te stimuleren is het ook zinvol om de oorzaak van de voorkeurshouding te behandelen. Deze ligt vaak in een beperkte beweeglijkheid van de nek en schedel. Door de niet altijd symmetrische (druk)krachten en positie van het hoofd tijdens de bevalling worden bepaalde delen van de nek en schedel meer belast dan andere delen. Dit kan resulteren in een verkramping of bewegingsbeperking die na de bevalling niet helemaal vanzelf oplost.
Behandeling schedel en nek
Door op rustige wijze de vastzittende gebieden in de nek en schedel los te maken, kunnen deze weer goed bewegen. Het oplossen van de oorzaak van de afplatting zal er voor zorgen dat de schedel zichzelf weer herstelt door de normale groei. In de eerste anderhalf jaar groeien de hersenen namelijk relatief snel en zorgen voor druk van ‘binnenuit’ de schedel die daarmee de afplatting corrigeert.
Osteopathische behandeling bleek bij een onderzoek bij baby’s met een voorkeurshouding een significante verbetering te geven. *
* Philippi H, Faldum A, Schleupen A, Pabst B, Jung T, Bieber I, Kaemmerer C, Dijs P, Reitter B. Infantile postural asymmetry and osteopathic treatment: a randomized therapeutic trial. Developmental Medicine and Child Neurology, 2006, 48:5-9
Helm niet nodig
In tegenstelling tot deze opvatting werd sinds enkele jaren een schedelafplatting medisch behandeld middels een zogenaamde redressiehelm, waarbij de schedel als het ware recht gedrukt wordt van buitenaf. Recent onderzoek toont echter aan dat dergelijke helmen niet nodig zijn. Zie de (Engelse) samenvatting van het onderzoek onder dit artikel.
Mocht u na het lezen van deze tekst informatie willen, neem dan contact met ons op.
Trefwoorden: osteopathie, osteopaat, craniosacraaltherapie, plagiocephalie, baby, afplatting, voorkeurshouding – Copyright Sens Gezondheidszorg ©
Helmet therapy in infants with positional skull deformation: randomised controlled trial
BMJ 2014; 348 doi: http://dx.doi.org/10.1136/bmj.g2741 (Published 1 May 2014)
Cite this as: BMJ 2014;348:g2741
Renske M van Wijk, PhD candidate1, Leo A van Vlimmeren, senior researcher in paediatric physiotherapy23, Catharina G M Groothuis-Oudshoorn, biostatistician1, Catharina P B Van der Ploeg, epidemiologist4, Maarten J IJzerman, professor1, Magda M Boere-Boonekamp, associate professor of youth health care1
Author Affiliations
Abstract
Objective To determine the effectiveness of helmet therapy for positional skull deformation compared with the natural course of the condition in infants aged 5-6 months.
Design Pragmatic, single blinded, randomised controlled trial (HEADS, HElmet therapy Assessment in Deformed Skulls) nested in a prospective cohort study.
Setting 29 paediatric physiotherapy practices; helmet therapy was administered at four specialised centres.
Participants 84 infants aged 5 to 6 months with moderate to severe skull deformation, who were born after 36 weeks of gestation and had no muscular torticollis, craniosynostosis, or dysmorphic features. Participants were randomly assigned to helmet therapy (n=42) or to natural course of the condition (n=42) according to a randomisation plan with blocks of eight.
Interventions Six months of helmet therapy compared with the natural course of skull deformation. In both trial arms parents were asked to avoid any (additional) treatment for the skull deformation.
Main outcome measures The primary outcome was change in skull shape from baseline to 24 months of age assessed using plagiocephalometry (anthropometric measurement instrument). Change scores for plagiocephaly (oblique diameter difference index) and brachycephaly (cranioproportional index) were each included in an analysis of covariance, using baseline values as the covariate. Secondary outcomes were ear deviation, facial asymmetry, occipital lift, and motor development in the infant, quality of life (infant and parent measures), and parental satisfaction and anxiety. Baseline measurements were performed in infants aged between 5 and 6 months, with follow-up measurements at 8, 12, and 24 months. Primary outcome assessment at 24 months was blinded.
Results The change score for both plagiocephaly and brachycephaly was equal between the helmet therapy and natural course groups, with a mean difference of −0.2 (95% confidence interval −1.6 to 1.2, P=0.80) and 0.2 (−1.7 to 2.2, P=0.81), respectively. Full recovery was achieved in 10 of 39 (26%) participants in the helmet therapy group and 9 of 40 (23%) participants in the natural course group (odds ratio 1.2, 95% confidence interval 0.4 to 3.3, P=0.74). All parents reported one or more side effects.
Conclusions Based on the equal effectiveness of helmet therapy and skull deformation following its natural course, high prevalence of side effects, and high costs associated with helmet therapy, we discourage the use of a helmet as a standard treatment for healthy infants with moderate to severe skull deformation.
Trial registration Current Controlled Trials ISRCTN18473161.
Full article: http://www.bmj.com/content/348/bmj.g2741.pdf%2Bhtml
Terug